Tijdens de wintermaanden hebben vogels minder tijd om op zoek te gaan naar voedsel. Maar omdat het buiten zo koud is, hebben vogels dat voedsel wel nodig. Broodnodig zelfs. Daarom is het verstandig om de vogeltjes een handje te helpen. Daarnaast is het ook gezellig om wanneer verschillende vogels in je tuin komen op zoek naar eten. En als vogeltjes eenmaal jouw tuin weten te vinden, zullen ze ook vaker en sneller weer terugkomen. Je tuin wordt er een stuk vrolijker van tijdens de maanden die toch al zou grauw, donker en koud zijn. In dit artikel lees je waarom het zo belangrijk is om vogeltjes bij te voren en hoe je zelf vogelvoer kunt maken.
In dit artikel:
Waarom is het belangrijk om vogels bij te voeren?
Vooral in de winter is het erg belangrijk om de vogeltjes even een handje te helpen. Wanneer het kouder wordt, zijn er nauwelijks besjes en vruchten meer de vinden en insecten verdwijnen in de grond. Ook de weersomstandigheden maken het moeilijker om voedzaam eten te vinden. De dagen zijn korter, daardoor is er voor de vogel ook minder tijd om op zoek te gaan naar voedsel. En juist in de winter hebben die vogels voedsel en extra energie nodig om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Observeer en stem het vogelvoer daar op af
Door goed te observeren kun je ontdekken welke vogels er nu regelmatig in je tuin komen. Als je weet welke vogels dat zijn, dan kun je daar het vogelvoer op afstemmen. Vinken bijvoorbeeld, zij willen het liefst zaden van de grond of van een voedertafel eten. Een pindaslingers heeft daarentegen weer geen zin als je voornamelijk vinken in de tuin hebt.
Of neem een merel, die vinden vetbollen erg lekker, maar kunnen er niet bij als je ze aan een tak hangt. Zij kunnen niet met hun pootjes aan een vetbol haken zoals een meesje of een musje dat doet. Voor een merel kun je de vetbol beter verkruimelen en op een voedertafel leggen.
Hieronder zie je een overzichtje van wat vogeltjes zoal lekker vinden:
- Pinda’s: putter, grote bonte specht, koolmees, pimpelmees
- Gehakte pinda’s: merel, roodborst en vinkje
- Meelwormen: winterkoninkje, mus, merel, roodborstje
- Zadenmix: mus, pimpelmees, putter, vink, grote bonte specht, koolmees, groenling
- Vet: pimpelmees, koolmees, roodborstje, winterkoninkje, groenling, grote bonte specht.
- Fruit, krenten en rozijnen: merel
- Geraspte kaas: winterkoninkje
- Havermout: roodborstje
Wil je veel verschillende soorten vogels in de tuin? Kies er dan voor om meerdere soorten voedsel in je tuin neer te leggen.
Voedertips
Leg je voor het eerst vogelvoer in de tuin, dan kan het zijn dat vogeltjes daar niet meteen of af komen. Dus heb geduld, vogeltjes moeten eerst de plek weten te vinden, en vervolgens zich ook veilig voelen om daar te gaan eten.
Te veel voedsel neerleggen is ook niet goed. Dat kan weer ongedierte aantrekken. Je kunt het beste elke dag wat vogelvoer neerleggen.
Eenmaal voedsel neergelegd? Zorg er dan voor dat je gedurende de hele winter elke dag de vogeltjes voorziet van vogelvoer. Als er niets ligt verliest de vogel energie door voor niets heen en weer te vliegen.
Water
Als het vriest is het belangrijk dat je ook een bakje water neergezet. Vogels kunnen dan namelijk moeilijk water vinden om te drinken. Doe beslist geen zout in het water zodat het water niet bevriest. Zout is niet goed voor vogels. Ververs het water regelmatig zodat de vogeltjes altijd water beschikbaar hebben.
Lees ook: Vlinders in je tuin; de 10 meest voorkomende soorten
Vogelvoer zelf maken
Dit heb je nodig
- Pan
- Lepel
- (Bak)vormpjes
- Huishoudfolie
- Frituurvet die hard wordt
- Vogelzaad
- Spijkers of satéprikkers
- Lintje of touw
- Schaar
Zo maak je het:
- Vul het pannetje met frituurvet. Verwarm het vet langzaam op je kookplaat.
- Voeg het vogelzaad toe en roer dit goed door. De verhouding vet/zaad is ongeveer 1:1
- Leg op een stuk huishoudfolie een aantal (bak)vormpjes. Kies een vormpje dat jij leuk vindt, een hartje of sterretje, rondjes of vierkantje, of andere leuke figuurtjes.
- Doe wat van het mengsel in de bakvormpjes
- Steek een spijker of satéprikker in het vet, op de plek waar je later het touwtje erdoorheen wilt doen. Als het vet nog te dun is, kun je het ook heel eventjes laten stollen.
- Laat het hard worden.
- Verwijder het hard geworden vet uit de bakvormpjes. Haal de spijker of satéprikker eruit.
- Haal een touwtje of lintje door het gaatje en hang deze aan bijvoorbeeld een tak. Door er meerdere onder elkaar of naast elkaar te hangen kun je een mooie slinger maken.
- Leg ook een paar vetfiguurtjes los op de voedertafel, voor de vogeltjes die niet aan de hanger kunnen blijven hangen, zoals een merel.
Lees ook: Zo help jij de vogeltjes de winter door
Lees ook: Zo maak je je tuin winterklaar
