Zonnepanelen worden steeds populairder. Niet gek, want de kosten van zonnepanelen zijn de afgelopen jaren sterk gedaald! Als je zonnepanelen koopt is dat meestal inclusief montage, maar het is ook mogelijk om zelf zonnepanelen op je dak te monteren. Hier lees je waar je op moet letten.
In dit artikel:
Benodigdheden
In de eerste plaats is het noodzakelijk om te kijken of het dak geschikt is voor zonnepanelen. Kan het dak het gewicht van de zonnepanelen dragen? En in het geval van een plat dak: is het dak sterk genoeg om de zonnepanelen én ballast (nodig om ervoor te zorgen dat de installatie niet gaat schuiven bij stevige wind) te dragen?
Daarnaast is het belangrijk om de veiligheid te waarborgen. Zonnepanelen leveren gelijkstroom. Contact met gelijkstroom met een hoog voltage is levensgevaarlijk. Daarom is het van groot belang dat je weet wat je doet!
Een compleet zonnestroomsysteem bestaat uit:
- Zonnepanelen
- Een omvormer, die de gelijkstroom omzet in wisselstroom
- Bekabeling, om de zonnepanelen en omvormer op de meterkast te kunnen aansluiten
- Bevestigingsmaterialen
- Eventueel: een extra groep in de meterkast
- Eventueel: een meetstation om de opbrengst van de zonnepanelen te kunnen monitoren
Zonnepanelen op een schuin dak installeren
Bij zonnepanelen op een schuin dak worden de zonnepanelen boven op de dakpannen geplaatst. Het is ook mogelijk om de zonnepanelen in het dak te plaatsen, maar dit heeft een lager rendement. De panelen zijn bij het plaatsen op het dak namelijk beter in staat zichzelf koel te houden, omdat de wind er onderdoor kan waaien. Zonnepanelen op het dak installeren is tevens de goedkoopste optie.
Zonnepanelen op een plat dak installeren
Een plat dak biedt veel verschillende opties om zonnepanelen op te installeren. Anders dan bij een schuin dak ben je immers vrij om de zonnepanelen in de optimale richting en hellingshoek te plaatsen. Bij een plat dak heb je wel te maken met een onderconstructie en ballast. De onderconstructie zorgt ervoor dat de zonnepanelen in een bepaalde hellingshoek kunnen blijven staan. De ballast zorgt ervoor dat de constructie zwaar en stabiel genoeg is om niet weg te waaien.
Aandachtspunten
Er zijn diverse richtlijnen waar je rekening mee dient te houden als je zonnepanelen gaat installeren:
- De beschikbare ruimte: zonnepanelen moeten bijvoorbeeld niet te dicht tegen de rand van het dak geplaatst worden.
- Eventuele schaduwval op de panelen moet voorkomen worden. Het rendement van het zonnestroomsysteem gaat namelijk drastisch omlaag wanneer er schaduw op valt.
- De plaatsingsrichting van de zonnepanelen: in de meest ideale situatie is dat het zuiden. Andere richtingen zijn ook mogelijk, maar zorgen wel voor een lager rendement.
- De optimale hellingshoek is tussen de 34 en 38 graden. Bij een plat dak kun je dit zelf instellen door middel van de onderconstructie; bij een schuin dak kun je dit niet wijzigen.
- Zorg ervoor dat er een vrije groep in de meterkast is om de zonnepanelen op aan te sluiten.
- De methode waarop de zonnepanelen geplaatst worden: parallel of in serie geschakeld. Bij een parallelle installatie is ieder zonnepaneel individueel met de omvormer verbonden, terwijl bij een in serie geschakelde installatie de zonnepanelen aan elkaar en de omvormer zijn verbonden. Het voordeel van parallel schakelen is dat wanneer er schaduw op één van de panelen valt, de overige panelen blijven werken. Dit is echter ook de duurdere optie.
- De geschiktheid van de energiemeter: de meter moet namelijk kunnen terugdraaien op het moment dat je meer opwekt dan verbruikt. Op die manier kun je de overbodige energie terugleveren aan je stroomleverancier.
