Als je een tuin hebt kun je nauwelijks zonder. Natuurlijk kun je wel met gieters vol water in de weer om je planten in de tuin water te geven, maar je sjouwt je een bult. Of de gieter is te groot en past niet onder je kraan in de keuken. Natuurlijk kun je met emmers vol water heen en weer lopen om het zwembadje te vullen, maar tijdens het heen en weer lopen belandt het water overal behalve in het zwembadje. En wat dacht je van de auto wassen? Ook dat kan prima met een emmer vol water. Maar als je een tuinslang hebt? Dan weet je niet wat je zult overkomen. Wat een gemak.
Maar een tuinslang aanschaffen doe je niet zomaar. Er komt nog veel meer bij kijken. En om de keuze voor jou wat makkelijker te maken, zetten wij wat punten waar je op moet letten voor je op een rij.
In dit artikel:
Goedkoop is duurkoop
Goedkoop is duurkoop. De verschillen in tuinslangen zijn aan de buitenkant lastig te onderscheiden. Waarom zou je dan niet het goedkoopste exemplaar kiezen als er toch nauwelijks verschil in zit? Maar al snel kom je erachter, goedkoop is duurkoop. Lekkende verbindingen, knikken in de slang, en alsnog staat alles vol water behalve op de plek waar je het water wilt hebben. Kies niet meteen voor het goedkoopste exemplaar, maar kijk goed, en probeer toch goed op de verschillen te letten. Want voor je het weet moet je alweer een nieuwe aanschaffen.
Tip 1: Hoe lang moet de slang zijn?
Voordat je een tuinslang gaat kopen, ga je eerst kijken wat je allemaal met deze slang wilt doen. Wil je de tuinslang alleen in de achtertuin gebruiken? Of wil je er ook mee aan de straat aan de voorkant van het huis je autowassen? Of staat je auto juist aan de zijkant van het huis en moet de slang nog een extra bocht maken? Meet vervolgens hoe lang je tuinslang dan moet worden door de afstand vanaf de kraan tot aan de plekken waar je de slang wilt hebben te weten. Dan is het nog belangrijk om er enkele meters bij op te tellen, je wilt ook nog wat extra ruimte hebben.
Tip 2: De dikte van de slang.
De meeste tuinslangen hebben een diameter van 1/2 inch (13 mm), 3/4 inch (19 mm) of 1 inch (25 mm). Voor de meeste huishoudens is een tuinslang met een diameter van 1/2 inch voldoende. Als je een grotere tuin hebt, dan kan het zinvol zijn om een maatje groter te nemen.
Tip 3: Warm water
Bij aanschaf van een tuinslang is het ook verstandig erop te letten of deze bestand is tegen warm water.
Tip 4: Slangkoppelingen, spuitkoppen en sproeiers
Met een tuinslang alleen ben je er nog niet. Je hebt ook nog diverse accessoires nodig. Voor het aansluiten van de slang op de kaar heb je een kraanaansluiting en een slangstuk nodig. Wil je twee stukken tuinslang aan elkaar koppelen? Dan gebruik je een slangverbinder. Een handige accessoire is de spuitpistool. Zo kun je zeer gericht je tuin bewateren en de gewenste waterstraal zelf bepalen. Nevel kies je voor je net gezaaide zaadjes in je moestuin. En een harde waterstraal kies je bijvoorbeeld voor het schoonspuiten van je fiets. Wil je je gazon besproeien? Koppel er dan een handig sproeistuk aan.
Lees ook: De voordelen van een buitenkraan
Opbergen van een tuinslang
Je kunt een tuinslang oprollen en bijvoorbeeld in de kast in je schuurtje leggen. Maar er zijn nog meer mogelijkheden. Zo bestaan er opbergsystemen speciaal voor tuinslangen die weinig ruimte in beslag nemen. Een tuinhaspel is een handig systeem voor je tuinslang. Je hebt er die je zo neer kunt zetten op de grond, maar je hebt er ook die voorzien zijn van wieltjes. Ook dat kan enorm handig zijn. Zo kun je de tuinslang heel makkelijk verplaatsen.
Een tweede manier is een muurhaspel of wandbox. Deze bevestig je aan de muur. Een wandbox kan zwenken zodat het ook een zeer gebruiksvriendelijk systeem is. Ben je klaar met sproeien? Dan wordt de slang automatisch weer opgerold. (Denk aan een stofzuigersnoer).
Belangrijke aandachtspunten
Drink nooit water uit de tuinslang. In de tuinslang kan altijd een restje water achterblijven. Er kunnen algen en ziektekiemen in voorkomen. Vooral als het buiten heel warm is.
Een tweede belangrijk aandachtspunt is dat je niet iemand meteen natspuit met water uit de tuinslang. Stel, het is buiten heel warm weer. Je hebt net het zwembadje gevuld met water. De tuinslang blijft nog een poos op de grond liggen, de zon schijnt er uitbundig op. Het water wat nog in de slang achterblijft stijgt naar ongekende temperaturen. Als je dan de kraan weer aanzet, dan is het eerste beetje water dat uit de tuinslang komt kokend heet en kan lelijke brandwonden veroorzaken. Wees daarom altijd voorzichtig en voel eerst hoe warm het water is dat uit de slang komt.
Lees ook: Buitenkraan aanleggen: zo doe je dat!
Lees ook: Een zwembad in je tuin: 5 opties